Taxonomische indelingKlasse: Aves = vogelsOrde: Psittaciformes = papegaaiachtigen Familie: PsittacidaeGeslacht: Triclaria Soort: Triclaria malachitacea Soorten/ondersoorten:Er zijn geen ondersoorten Land van herkomst: Het gebied van herkomst is het Zuidoosten van Brazilië. Oorspronkelijk biotoop:Vooral op hellingen in vochtige kustwouden, lage berggebieden en langs waterstromen in valleien.Ze komen zelden op de grond, zoeken hun voedsel in bomen. Beschrijving vogel:De Blauwbuik papegaai heeft een grootte van 28 – 29 cm.De snavel is licht hoornkleurig. De oogiris is bruin, om het oogloopt een smalle naakte, grijsachtige witte oogring.De kleur van de kopbevedering is wat lichter en wat geler dan de kleur van de rug en borst. Deze kleur is fluorescerend donkergroen.De kin en dijen zijn wat blauw bewaasd. Centraal op de buik bevindt zich een onregelmatige violetblauwe buikvlek.De vleugelpennen zijn donkergroen, de meest buitenste vleugelpennen zijn violetblauw.De staart is donkergroen, aan de uiteinden is de kleur bleekblauw. De buitenste staartpennen hebben een blauwe omzoming op de buitenvlag. De onderzijde van de staart is blauwachtig groen.De poten zijn grijs met grijszwarte nagels. De pop mist de violetblauwe buikvlek, voor het overige is de pop gelijk aan de man.
opmerkingen:De Triclaria malachitacea staat op de CITES appendix II en op de Europese soortenlijst, bijlage B.
Status IUCN Red List:De beschreven vogelsoort heeft de status Near Threatened, NT ver 3.1, 2012 = gevoelig. De Blauwbuik papegaai heeft als synoniem: Paarsbuik papegaai.
Huisvesting Algemeen.De algemene richtlijnen met betrekking tot de huisvesting van volière- en kooivogels is opgenomen in het “Handboek Vogelverzorging”zoals deze wordt uitgegeven door de NBvV.
Specifieke huisvestingseisen voor de Blauwbuik papegaaiBlauwbuik papegaaien worden bij voorkeur ondergebracht in een voor een groot gedeelte overdekte volière met daaraan gekoppeld een vorst en tochtvrij nachthok.De hoogte van de volière moet minimaal twee meter zijn.Bij voorkeur wordt één koppel in de volière gehouden . Wil een koppel in de gelegenheid gesteld worden om natuurlijke gedragingen te ontwikkelen dan moet de vloeroppervlakte toch wel tenminste 6 tot 8 m² bedragen. Tijdelijk kunnen daarin ook vliegvlugge jongen bijgeplaatst worden.Voorkomen moet worden dat de temperatuur in de volière of nachthok daalt onder de 5º C. Het kan dan ook wenselijk zijn dat het nachthok verwarmd kan worden.
Sociaal en soortspecifiek gedrag De basis principes ten aanzien van een passend respons op sociale interacties en het tonen van soortspecifiek gedrag en het vermijden van stressfactoren is beschreven in het “Handboek Vogelverzorging” zoals deze wordt uitgegeven door de NBvV.
Voor de Blauwbuik papegaai is aanvullend onderstaand van toepassing: De Blauwbuik papegaai is een vogelsoort die weinig in de avicultuur voorkomt en daarom alleen geschikt is om gehouden te worden door ervaren papegaaien fokkers.Buiten het broedseizoen kunnen Blauwbuik papegaaien bij andere papegaaien worden gehouden.In het broedseizoen kan de man in toenemende mate agressief worden naar andere vogelsoorten.
Het fokken met deBlauwbuik papegaai De Blauwbuik papegaaien zijn in het 4e jaar broedrijp.Het broedseizoen begint in april. De vogels doen 1 broedronde per seizoen.Blauwbuik papegaaien zijn holtebroeders en dienen als nestkast te beschikken over een broedblok van 25 x 25 x 60 cm, met een invlieggat van 7-8 cm. Dit broedblok kan gemaakt zijn van 18 mm multiplex. Door deze dikte ontstaat een isolerende laag.De vogels maken niet zelf een nest. Onder in het broedblok kan een plaatje gelegd worden met een komvormige uitholling. Als nestmateriaal wordt een laagje houtkrullen van 5 cm. dikte gebruikt.Gedurende de opfoktijd van de jongen kan dit een aantal keren worden verschoond Er worden drie tot vier eieren gelegd die door de pop zelf worden uitgebroed.De broedtijd is gemiddeld 26-28 dagen. De jongen worden door de ouders zelf gevoerd.In de periode tot aan de jeugdrui is er geen opvallend sterftecijfer. In deze periode zijn de soortkenmerken nog niet zichtbaar. Na 69 (minimaal 1 maand na uitvliegen) dagen zijn de jongen in zoverre zelfstandig dat ze bij de ouders weg kunnen (bijlage 1 van Besluit houders van dieren 2014).Uit praktijkervaringen blijkt dat dit aantal dagen te kort is voor deze vogels. Ze moeten meer tijd krijgen om zich te socialiseren..
Voeding, drinken en badwater (zie ook pagina voeding) De Blauwbuik papegaaien zijn zaden en vruchteneters.Ze krijgen elke dag kiemvoer mix, fruit/groentes en een zaden mengeling. Kiemvoer mix vermengd met WitteMolen eivoer,CeDe mix voor papegaaien, wortels,rozenbottels gemalen stuifmeelkorrels. Deze laatste bevorderen de spijsvertering, optimaliseren het verenkleed en dragen bij aan de algemene conditie.Kiemvoer en weekvoer bestaat uit zaden, granen, erwten en bonen, die 24 uur zijn geweekt en daarna 2 minuten worden gekookt. Aangevuld met eivoer, groentes en fruit wordt dit elke dag vers verstrekt.
Voor papegaaien is fabrieksmatige eivoer beschikbaar met een grove structuur en verrijkt met gedroogde insecten, gedroogde garnalen, rozenbottels, lijsterbessen en rozijnen. Naast grit, kalk, en kiezel wordt avi terra = bodemmineralen toegevoegd aan het voedsel aanbod.Vitamine A wordt in poedervorm verstrekt ten behoeve van het verhogen van de weerstand.Blauwbuik papegaaien hebben een lagere vochtopname dan zangvogels. Toch moet ook aan deze vogelsoorten vers drinkwater aangeboden worden. Bij toevoeging van vitamines aan het drinkwater moet de hoeveelheid drinkwater verdubbeld worden. De vogels hebben continu de beschikking over badwater. Dit wordt in open schalen in de volière gezet.
Geluid Bauwbuik papegaai Taxonomische Klassifikation Klasse: Aves = Vögel Ordnung: Psittaciformes = Papageien Familie: Psittacidae Geschlecht: Triclaria Art: Triclaria malachitacea Art / Unterart: Es gibt keine Unterart Herkunftsland: Die Herkunftsregion ist Südostbrasilien. Ursprüngliches Biotop: Besonders an Hängen in feuchten Küstenwäldern, Mittelgebirgen und entlang von Wasserläufen in Tälern. Sie kommen selten zu Boden und suchen in Bäumen nach Nahrung. Beschreibung Vogel: Der Blaubauchpapagei hat eine Größe von 28 - 29 cm. Der Schnabel ist hell hornfarben. Die Augeniris ist braun, ein schmaler, nackter, grauweißer Augenring umläuft das Auge. Die Farbe der Kopffedern ist etwas heller und etwas gelber als die des Rückens und der Brust. Diese Farbe ist fluoreszierend dunkelgrün. Das Kinn und die Oberschenkel sind blau verblasst. In der Mitte des Bauches befindet sich ein unregelmäßiger violettblauer Bauchfleck. Die Flügelheringe sind dunkelgrün, die äußersten Flügelheringe violettblau. Der Schwanz ist dunkelgrün, an den Enden ist die Farbe hellblau. Die äußeren Schwanzfedern haben einen blauen Rand an der äußeren Flagge. Die Unterseite des Schwanzes ist blaugrün. Die Beine sind grau mit grau-schwarzen Nägeln. Der Puppe fehlt der violettblaue Bauchfleck, ansonsten ist die Puppe die gleiche wie der Mann.
Anmerkungen: Die Triclaria malachitacea befindet sich in Anhang II des CITES und in Anhang B der europäischen Artenliste.
Status IUCN Rote Liste: Die beschriebene Vogelart hat den Status Near Threatened, NT Version 3.1, 2012 = sensitiv. Der Blauwbuik-Papagei hat als Synonym: Lila Bauchpapagei.
Unterbringung Allgemein. Die allgemeinen Richtlinien zur Unterbringung von Volieren- und Käfigvögeln sind in dem vom NBvV herausgegebenen "Handbuch Vogelpflege" enthalten.
Spezifische Anforderungen an die Unterbringung von Blaubauchpapageien. Blaubauchpapageien werden vorzugsweise in einer großen Voliere untergebracht, die mit einem frost- und zugfreien Innenraum verbunden ist. Die Höhe der Voliere muss mindestens zwei Meter betragen. Vorzugsweise wird ein Paar in der Voliere gehalten. Wenn ein Paar die Möglichkeit ein natürliches Verhalten zu entwickeln, muss die Grundfläche mindestens 6 bis 8 m² betragen. Jugendliche vogel können ebenfalls hinzugefügt werden. Es muss verhindert werden, dass die Temperatur in der Voliere oder im Nachtloft unter 5 ° C fällt. Es kann daher wünschenswert sein, dass der Nachtloft beheizt werden kann.
Soziales und artspezifisches Verhalten Die Grundprinzipien im Hinblick auf eine angemessene Reaktion auf soziale Interaktionen und die Darstellung von artspezifischem Verhalten sowie die Vermeidung von Stressfaktoren sind im vom NBvV herausgegebenen „Handbuch Vogelpflege“ beschrieben.
Folgendes gilt auch für den Blaubauchpapagei Der Blaubauchpapagei ist eine in der Vogelzucht seltene Vogelart und daher nur für erfahrene Papageienzüchter geeignet. Außerhalb der Brutzeit können Blaubauchpapageien mit anderen Papageien gehalten werden. In der Brutzeit kann der Mann gegenüber anderen Vogelarten zunehmend aggressiver werden.
Zucht mit dem Blaubauchpapagei Die Blaubauchpapageien werden im 4. Lebensjahr Brutreif. Die Brutzeit beginnt im April. Die Vögel züchten 1 Runde pro Saison. Blaubauchpapagei sind hohle Brüder und müssen als Nistkästen einen Brutblock von 25 x 25 x 60 cm mit einem Eintrittsloch von 7-8 cm haben. Dieser Zuchtblock kann aus 18 mm Sperrholz hergestellt werden. Diese Dicke erzeugt eine Isolierschicht. Die Vögel basteln nicht selbst ein Nest. Am Boden des Zuchtblocks kann ein holtz mit einer becherförmigen Aussparung platziert werden. Als Nestmaterial wird eine Schicht Holzspäne von 5 cm Dicke verwendet. Dies kann während der Aufzucht des Jungen mehrmals gewechselt werden: Es werden drei bis vier Eier gelegt, die von der Puppe ausgebruttet werden. Die Inkubationszeit beträgt durchschnittlich 26-28 Tage. Die Jungen werden von den Eltern selbst gefüttert. In der Zeit bis zur Mauser gibt es keine auffällige Todesrate. Die Artmerkmale sind in diesem Zeitraum noch nicht sichtbar. Nach 69 Tage (mindestens 1 Monat nach dem ausfliegen) sind die Jugendlichen unabhängig, soweit sie die Eltern verlassen können (Anhang 1 des Tierhalterdekrets 2014). Die Erfahrung zeigt, dass diese Anzahl von Tagen für diese Vögel zu kurz ist. Sie brauchen mehr Zeit, um zu sozialisieren.
Essen, Trinken und Badewasser (siehe auch Seite Ernährung) Die Blauwbuik-Papageien sind Samen- und Fruchtesser. Sie bekommen jeden Tag eine Keimmischung, Obst / Gemüse und eine Samenmischung. Keimmischung gemischt mit Witte Molen Eifutter, CeDe-Mischung für Papageien, Karotten, Hagebutten und gemahlene Pollenkörner. Letztere fördern die Verdauung, optimieren das Gefieder und tragen zum Allgemeinzustand bei. Das Keimfutter und weich Fütter besteht aus Samen, Körnern, Erbsen und Bohnen, die 24 Stunden lang eingeweicht wurden. Ergänzt mit Eifutter, Gemüse und Obst wird diese täglich frisch bereitgestellt.
Für Papageien gibt es fabrikfertiges Eifutter mit grober Struktur und angereichert mit getrockneten Insekten, getrockneten Garnelen, Hagebutten, Vogelbeeren und Rosinen. Neben Splitt, Kalk und Kies werden avi terra = Bodenmineralien dem Nahrungsangebot zugesetzt. Vitamin A wird in Pulverform bereitgestellt, um die Widerstandskraft zu erhöhen. Blaubauchpapageien haben eine geringere Flüssigkeitsaufnahme als Singvögel. Dennoch muss auch diesen Vogelarten frisches Trinkwasser angeboten werden. Bei Zugabe von Vitaminen zum Trinkwasser muss die Trinkwassermenge verdoppelt werden. Die Vögel haben ständigen Zugang zu Badewasser. Diese wird in offenen Schalen in der Voliere platziert.